Geen categorie

De schutterij is nog lang niet dood

ARNHEM – Koningsparen, keizersparen, jeugdkoningen en jeugdkoninginnen. Bijna 150 hoogheden en majesteiten van de Gelderse schutterijen en gildes gingen zondag op de foto in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Het zijn culturele verenigingen met een rijk verleden. En dat willen ze graag behouden.

,,Daarom moeten we ons onder de aandacht brengen van het publiek’’, zegt Hans Schreven, voorzitter van de Kring Betuwe en Rijk van Nijmegen.

Als de prachtig uitgedoste schutterskoningen, -koninginnen en -keizers zich opstellen bij de scheepswerf in het Openluchtmuseum om met elkaar op de foto te gaan, trekken ze veel bekijks. Sommigen zijn behangen met medailles en schildjes. Vooral de vertegenwoordigers van de oudste verenigingen. Zoals van St. Gangulphusgilde uit Huissen, opgericht in 1411. En EMM uit Lobith. ,,Wij bestaan al sinds 1648’’, zegt president Theo Boerhof trots.

Katholieke kerk

De schutterijen zijn in de middeleeuwen opgericht om een stad of dorp ‘te beschutten’. Ze zorgden voor orde, rust en veiligheid. Ze waren gelieerd aan de katholieke kerk. Toen Napoleon aan de macht kwam, werd alles wat met de kerk te maken had, verboden. In het westen van het land verdwenen de schutterijen. Maar in het katholieke Brabant, Limburg en het oosten van Gelderland werden de schutterijen tussen de 200 en 150 geleden weer nieuw leven in geblazen. Ze kregen wel een andere rol: een meer sociale.

Ook in Lobith, waar EMM volgens Boerhoef een belangrijke rol in het dorp speelt. Ze organiseren daar de kermis, feesten en koningschieten. Maar wat doen ze nog meer? ,,Gereed staan voor een dorp. De helpende hand bieden’’, zegt Wim Sanders, voorzitter van de Gelderse schuttersfederatie St. Hubertus. Dorp, geen grote stad dus. ,,In Limburg zitten veel schutterijen. Maar de stadsschutterij van Maastricht is net ten ruste. Nijmegen heeft ook geen schutterij.’’

Hoogstede

Alleen Arnhem heeft er een. ,,Maar wel alleen voor de wijken Hoogstede en Klingelbeek’’, zegt de ‘koning’ van schutterij Clingelbeeck Anita de Graauw. Clingelbeeck bestaat al sinds 1640, maar is pas 25 jaar geleden nieuw leven in geblazen. Inmiddels telt de vereniging 73 leden. ,,Misschien bestaat de schutterij wel omdat de wijk erg hecht is’’, zegt De Graauw.

Saamhorigheid is ook de reden dat schutterijen stand houden in kleine plaatsen, weet Sanders. ,,Daar is nog dat dorpse gevoel. Kennen de mensen elkaar en hebben ze wat voor elkaar over. We moeten de schutterijen zien over te dragen aan de volgende generatie. Ik ben daar niet negatief over.”

 

Bron: De Gelderlander

Tekst: Suzanne Huibers

Foto: Theo Kock